The Rock - Reisverslag uit Port Augusta, Australië van marjonhans - WaarBenJij.nu The Rock - Reisverslag uit Port Augusta, Australië van marjonhans - WaarBenJij.nu

The Rock

Blijf op de hoogte en volg

30 December 2018 | Australië, Port Augusta

Vanuit Alice Springs hebben we zaterdag en zondag een paar uitstapjes in de buurt gedaan. Naar de West en East Macdonnell Ranges. In de buurt is uiteraard relatief, je hebt het toch altijd meteen over tientallen kilometers enkele. We hebben weer diverse dieren gespot, oa een dingo en een paar rock wallaby's. Voor die laatste moet je goed zoeken want zoals de naam al zegt zitten ze op rotsen en hun vacht heeft bijna dezelfde kleur als de stenen. In Alice Springs hebben we het oude telegraafstation bezocht. De telegraaf was de enige manier om berichten te verzenden en er moest halverwege Darwin en Adelaide een punt worden ingericht om de boodschappen te versterken. Dat werd dus Alice Springs. Onvoorstelbaar hoe het geweest moet zijn om daar ruim 100 jaar geleden gewoond en gewerkt te hebben. Alice Springs was verder vrij rustig. Laagseizoen ook hier. En in de supermarkten was weinig te merken van kerststress.
Maandag de 24e was weer een reisdag want we gingen naar het ruim 400 km verderop gelegen Kings Canyon. Onderweg weer een paar leuke nummerborden gespot eerder zagen we een politieauto met kenteken BUCKLUP, KORKY 5 (wie van de familie heeft nummer 1?), TIGER, MANGO en TRAGEDY.

Kerstavond brachten we door in een soort tent. Geen glamping helaas en als maaltijd hebben we ons noodrantsoen noodles uit de magnetron gegeten. Gelukkig werd dit afzien gecompenseerd door de mooie natuur want er zaten veel bijzondere vogels bij de tent en we zagen een schitterende sterrenhemel. Bovendien waren we hier om de volgende dag een geweldige wandeling te kunnen maken door Kings Canyon. Hiervoor moesten we al op tijd starten want het werd warm en bij temperaturen boven de 35 graden mag je na 9 uur niet meer aan de wandeling beginnen. We waren er al om kwart voor acht dus we konden van start. Aan het begin een pittige klim maar verder goed te doen en prachtige uitzichten over de canyon. Na de wandeling vertrokken we richting Uluru/Ayers Rock. Onderweg hebben we geluncht in Curtin Springs. Dit is een veehouderij met meer dan 400.000 hectare grond. Jim heeft het terrein in de jaren ‘50 gekocht en ging er met zijn vrouw en peuterzoontje wonen. Het eerste jaar kwamen er maar zes mensen langs verder zagen ze niemand. Nu is het allemaal wat drukker en het bedrijf is uitgebreid met wat toeristische activiteiten en overnachtingsmogelijkheden. Wij bleven niet slapen maar reden door naar het Ayers Rock resort. Even over de naam; het resort heet nog Ayers Rock maar de ‘rots’ waar het allemaal om draait heet tegenwoordig Uluru/Ayers Rock. Uluru is hoe de aboriginals het noemen. Dat is op zijn zachtst gezegd nog niet helemaal ingeburgerd. Eerder op onze reis spraken we al een Aussie (docent Engels) die verontwaardigd zei: “tja, hoezo Uluru? Het heeft toch altijd gewoon Ayers Rock geheten!” Het is maar net vanaf wanneer je het bekijkt natuurlijk. Veel Australiërs hebben het over ‘the Rock’.

Hoe dan ook, we gingen er op eerste kerstdag heen om de zonsondergang te zien. Toen ‘the Rock’ voor het eerst in beeld kwam, hoorden we op de autoradio het liedje Down Under. Hoe mooi kun je het hebben. De zonsondergang was schitterend, je ziet de rots verkleuren en dat is heel bijzonder. Op tweede kerstdag erg vroeg op om de zonsopkomst te zien. Ook heel mooi. Gelukkig maar want we moesten er om kwart voor vijf ons bed voor uit. Daarna een wandeling van ruim tien km om the Rock heen. Op het eind werd het al weer flink warm dus terug op het resort hebben we een duik in het zwembad genomen.
‘s Avonds gingen we de zonsondergang bij Kata Tjuta/the Olga’s bekijken. Ook weer mooi maar helaas werd dit uitstapje een beetje verziekt door de vele vliegen (alweer) en we hadden onze netjes in het appartement laten liggen. De volgende ochtend de zonsopgang daar bekeken en deze keer zelfs om half vijf op. Hoezo vakantie? Ook nu kwam de zon weer gewoon op zodat we daarna een pittige wandeling/klim bij Kata Tjuta konden maken. Het wemelde van de waarschuwingen over hoe zwaar en gevaarlijk deze tocht wel niet was. Dat viel allemaal nogal mee. Wel was het weer flink warm.
Nadat we in het resort weer wat waren afgekoeld en uitgerust was het tijd voor een rit van een paar honderd kilometer naar Erldunda. Daar gingen we overnachten omdat de volgende highlight (Coober Pedy) te ver was. In Erldunda is naast het roadhouse helemaal niets. Maar we hadden eerder al gezien dat de bewoners van de outback overal wat van weten te maken. Dus ook in Erldunda. Het roadhouse is inmiddels in heel Australië beroemd door Cluck Norris. Ook bekend onder de naam ‘the kangarooster’. Cluck is een haan die een paar jaar geleden door toeristen onder een brug is gevonden. Ze namen hem mee naar het roadhouse. Ze hadden daar ook al een paar kangoeroes en Cluck bleek het tussen deze beesten prima naar zijn zin te hebben. Hij denkt zelfs dat hij een kangoeroe is en heeft daar de landelijke tv al mee gehaald. Naast Cluck had het roadhouse als gadget de enige echte Outback Stack hamburger en had men een monument opgericht omdat ze het center van het center van Australië zouden zijn, tenminste ongeveer dan.

Vrijdag lieten we Cluck en de kangoeroes weer achter en gingen we door naar Coober Pedy. Dat betekent dat we het Northern Territory verlaten en South Australia binnen rijden. En dat heeft wel wat gevolgen want het is daar een uur later en er is een groenten- en fruitban. We hadden nog wat wortelen en komkommer en die moet je dan opeten of weggooien. Dat weggooien moet in een speciale quarantaine bin bij het eerstvolgende roadhouse, dwz 160 (!) km verderop. Braaf gedaan en door naar Coober Pedy. De hittegolf in Australië ging ondertussen ook niet ongemerkt aan ons voorbij want bij aankomst was het 48 graden. Dat schijnt in Coober Pedy nogal eens voor te komen (zelfs 50+ is er niet ongewoon). In de winter is het er juist koud, tegen het vriespunt. Ze wonen daarom vaak ondergronds. Ook onze b&b was onder de grond. Heerlijk koel. Altijd rond de 20, 25 graden. Ze noemen die ondergrondse huizen dugouts. Het zijn namelijk opaalmijnen die na gebruik verder zijn uitgehakt. En niet alleen huizen, ook kerken en café’s. Bijna alles is ondergronds. In Coober Pedy draait alles dus om opaal. Het landschap en de plaats zijn bizar. Overal mogen mensen met een vergunning van 70 dollar willekeurig gaten graven op zoek naar opaal. Waarschuwingsborden dat je niet mag rennen, beter niet achteruit kunt lopen en je kind op de arm moet nemen, hangen overal. Het kale landschap met overal heuveltjes door de opgravingen was perfect voor de opname van de film Mad Max. Opaal is voor het eerst ruim 100 jaar geleden gevonden door een jochie van veertien en sindsdien trekt het mensen van over de hele wereld, op zoek naar het grote geld. Zo raakten we aan de praat met een Schot van ongeveer 75 jaar oud die al 40 jaar in Coober Pedy woonde. Zijn vrouw kwam uit Duitsland en was 30 jaar geleden na het backpacken blijven hangen. Samen met hun zoons zochten ze nog altijd naar opaal. Als bijverdienste hadden ze een zaakje waar ze Belgische wafels en sieraden verkochten. De Schot legde ons uit hoe het zoeken naar opaal in zijn werk gaat en hij vertelde dat hij binnenkort drie maanden vakantie had. Of hij nog weg ging? Nee, lekker drie maanden onder de grond bier drinken. Hij keek er al erg naar uit.
Er zijn op dit moment nog maar een stuk of 60 miners en de gemiddelde leeftijd ligt boven de 60. Jongeren zien het niet meer zitten want het is te zwaar werk. Omdat er nog maar weinig miners zijn, wordt er weinig opaal uit de grond gehaald en stijgen de prijzen. We hebben er nog heel even over nagedacht maar zagen het toch niet zitten om een carrière als opaalminer te starten dus we zijn na twee dagen weer verder gereisd.

Vanuit Coober Pedy was het de laatste lange etappe, dit keer bijna 550km. De eerste 250km is er helemaal niets naast de weg te zien, geen huis, geen roadhouse of benzinepomp. Niks. De weg is rechtdoor en kale vlaktes worden afgewisseld met struiken. Op sommige stukken liggen ook nu weer veel dode dieren. Nieuwkomer was deze keer de emu. Een soort struisvogel die als hij dood op de weg ligt een pluizige bol is. Belangrijk om te weten want we proberen van veraf te raden welk dier er ligt. Gelukkig hebben we van alle dieren ook levende versies gezien. Langs kale vlaktes, dode en levende dieren en een paar zoutmeren zijn we vanmiddag aangekomen in Port Augusta. Een beetje meer bewoonde wereld. Hier blijven we een paar dagen en gaan we dus ook oud en nieuw vieren. Alvast een fantastisch 2019!

  • 30 December 2018 - 10:25

    Nico En Trudy:

    Dank jullie wel... wat een belevenissen!.
    Wij wensen jullie alvast een hele mooi jaarwisseling en voor 2019 alle goeds! Groetjes

  • 30 December 2018 - 15:33

    Frans En Mien :

    Zo zijn we weer helemaal op de hoogte .
    Echt heel gezellig om jullie avonturen op deze manier mee te maken .
    Groeten en we spreken elkaar nog .

  • 14 Januari 2019 - 04:43

    Wil Olierook:

    Ik heb wat achterstand met het lezen van jullie reisverslagen, dus ik wens jullie een beetje laat maar daarom niet minder gemeend, een goed en gezond 2019 toe.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Port Augusta

Actief sinds 30 Okt. 2011
Verslag gelezen: 355
Totaal aantal bezoekers 63518

Voorgaande reizen:

02 December 2018 - 07 Maart 2019

Australie revisited

01 December 2011 - 07 Mei 2012

Van Hong Kong tot Galapagos

Landen bezocht: